Ooit was Hotel Beau Coin een charmant onderkomen voor reizigers die rust zochten in het glooiende landschap van de Ardennen. Het hotel, gelegen langs een rustige weg, bood comfort, huiselijke sfeer en prachtig uitzicht. Tegenwoordig rest er enkel een stil, verlaten gebouw – de echo van een plek waar ooit leven, gesprekken en gelach klonken.
Bij binnenkomst voel je direct de vergane glorie. De receptiebalie staat nog overeind, het oude sleutelbord hangt scheef aan de muur. In de eetzaal liggen gebroken stoelen verspreid, terwijl het vergeelde behang langzaam loslaat van de muren. De kamers zijn leeg, maar de opengeslagen kastjes en bedframes vertellen hun eigen verhaal: hier werd geleefd, gerust en vertrokken – en uiteindelijk vergeten.
Wat Hotel Beau Coin extra bijzonder maakt voor urbexers, is dat het nog veel van zijn originele karakter heeft behouden. Oude brochures liggen verspreid over de vloer, en in sommige kamers hangt het linnengoed nog aan de kapstokken. Het is alsof de tijd abrupt is gestopt, en het personeel het gebouw in haast heeft achtergelaten.
Toch is het verval onmiskenbaar. Schimmel en vocht hebben de muren aangetast, vloeren zijn op sommige plekken onbetrouwbaar. Maar juist dat maakt het voor urbexfotografen een sfeervolle plek: een vervallen eerbetoon aan de vergankelijkheid van gastvrijheid en toerisme in een veranderende wereld.
Hotel Beau Coin: Forgotten Hospitality in Decay
Once a charming stopover for travelers seeking peace in the rolling hills of the Ardennes, Hotel Beau Coin is now nothing more than a silent, abandoned building—echoes of a place once filled with life, conversation, and laughter.
Upon entering, the faded grandeur becomes immediately clear. The front desk still stands, the key board hangs crooked on the wall. In the dining room, broken chairs lie scattered and wallpaper peels from damp walls. The guest rooms are empty, yet half-open closets and bare bedframes whisper their own tales: of sleep, rest, departure—and eventual abandonment.
What makes Hotel Beau Coin especially appealing to urban explorers is how much of its original charm remains. Old brochures litter the floor, and in some rooms, linens still hang from closet hooks. It’s as if time suddenly stopped, and the staff walked out in a hurry.
Decay is everywhere—mold creeps along the walls, floors creak and sag—but that’s what makes this place so captivating. A crumbling tribute to the impermanence of hospitality in a changing world.